3.1 Het rechtspreken

Dit deel van deze website geeft een cijfermatig overzicht van de Rechtspraak in 2022. Het eerste deel gaat over het rechtspreken. Hier vindt u onder andere cijfers over de inkomende en afgehandelde zaken, kwaliteitsindicatoren en werkvoorraden. Het tweede gedeelte gaat over werken bij de Rechtspraak. Hier vindt u cijfers over de samenstelling van ons personeelsbestand. En het laatste deel gaat over onze bedrijfsvoering met onder andere informatie over de financiën, risico’s en datalekken.

3.1.1 Inkomende en afgehandelde zaken

Inkomende zaken
Algemeen beeld van ontwikkeling van inkomende zaken

In totaal kwamen er in 2022 een kleine 1,4 miljoen zaken binnen bij de gerechten, waarmee het aantal nieuw ingekomen zaken ongeveer op hetzelfde niveau lag als in 2020 en 2021. In figuur 1 is te zien hoe de verdeling is van de ingekomen zaken over de rechtsgebieden en instanties. Voor meer dan de helft (63 procent; 880.000 zaken), betrof dit kantonzaken, daarnaast waren er 467.000 inkomende zaken bij de rechtbanken (33 procent), 46.000 zaken (drie procent) bij de gerechtshoven en een kleine 4.100 bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) (kleiner dan één procent). In figuur 2 en tabel 4 is te zien dat in 2022 het aantal ingekomen belastingzaken bij de hoven en het aantal vreemdelingenzaken bij de rechtbanken sterk gestegen is vergeleken met 2021. Bij civiele familiezaken, ingekomen bij de hoven, de CRvB, strafzaken aangebracht bij de rechtbanken en civiele handelszaken aangebracht bij de rechtbanken, was er een matige tot sterke stijging. De ontwikkelingen per rechtsgebied en de ontwikkelingen daarbinnen die het meest in het oog springen, worden in deze paragraaf verder beschreven.

  • Kantonzaken

    In 2022 werden in totaal circa 880.000 kantonzaken aangebracht; dit was ongeveer 30.000 zaken (drie procent) meer dan in 2021. Bij Mulderzaken (verkeersboetes) zagen we een forse stijging van het aantal ingekomen zaken van ruim 20.000 zaken (41 procent) naar een kleine 50.000 zaken. Het aantal civiele kanton familiezaken (wat vrijwel volledig bewindshandelingen betreft) nam in 2022 licht toe met vier procent toe, naar ongeveer 536.000 zaken. Het aantal nieuw aangebrachte kantonstrafzaken bleef in 2022 met 57.000 zaken ongeveer gelijk aan het aantal in 2021. Het aantal civiele kanton handelszaken is in 2022 t.o.v. 2021 afgenomen met zes procent naar circa 237.000 zaken.

  • Handelszaken bij de rechtbanken

    Het aantal ingekomen civiele handelszaken dat niet onder kanton valt, nam in 2022, net als de jaren daarvoor, af. Met ruim 50.000 zaken lag het aantal ingekomen zaken zes procent lager dan in 2021. Zowel het aantal dagvaardingen (zeven procent), het aantal verzoekschriften (zes procent), het aantal kortgedingen (acht procent), als het aantal verzoeken aan de voorzieningenrechter (zes procent) nam af. Ook in 2022 was er, net als in de jaren ervoor, weer een forse daling van het aantal verzoekschriften voor schuldsaneringsregelingen. Deze nam met 16 procent af naar circa 4.000 verzoekschriften. In het verlengde daarvan nam ook het aantal ingekomen toezichten op afwikkeling van schuldsaneringsregelingen af, met 18 procent naar circa 1.900 zaken. Het aantal verzoekschriften faillissementen nam in 2022, na een sterke daling in de voorgaande twee jaar, weer toe met tien procent naar een kleine 5.000 verzoekschriften. Het aantal toezichten op faillissementen steeg met 37 procent naar circa 1.300 zaken.

  • Lopende zaken insolventies

    De faillissementszaken zijn de afgelopen jaren sterk afgenomen. Uitgebreid onderzoek naar de oorzaken van de afname in het aantal faillissementszaken is er niet geweest. De verwachting is wel dat de steunmaatregelen aan ondernemers tijdens de coronacrisis eraan hebben bijgedragen dat het aantal insolventiezaken zo is gedaald.

Tabel 3: Lopende zaken insolventies 2018 - 2022

Lopende zaken:eind 2018eind 2019eind 2020eind 2021eind 2022
faillissement & surseance van betaling14.00013.00012.0009.0008.000
Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp)25.00019.00014.00011.0008.000
totaal39.00032.00026.00020.00016.000
  • Familiezaken bij de rechtbanken

    In totaal daalde het aantal nieuw aangebrachte familierechtelijke procedures in 2022 vergeleken met 2021 licht met twee procent tot ruim 173.000. Het aantal nieuw aangebrachte zaken rond onder toezicht stelling daalde sterk (12 procent) naar ruim 36.000 zaken. Het aantal nieuw aangebrachte zaken rond gezag en omgang nam juist toe met 14 procent naar een kleine 16.000 zaken.

  • Strafzaken bij de rechtbanken

    Het totale aantal ingekomen strafzaken daalde in 2022 in vergelijking met 2021 met negen procent tot ruim 153.000 zaken. Dat komt omdat in 2021 de mondelinge verzoeken raadkamer zijn meegeteld en in 2022 niet. Als we de mondelinge verzoeken raadkamer in 2021 buiten beschouwing laten, komt het aantal ingekomen strafzaken in 2022 overeen met het aantal in 2021. Dit aantal bevat niet alleen de behandeling op zitting van de hoofdzaak maar ook allerlei ‘nevenproducten’, zoals ontnemingsvorderingen en rekesten. Het aantal nieuw aangebrachte hoofdzaken (de ter zitting gebrachte zaken) bleef met ongeveer 83.000 zaken ook gelijk aan het aantal in 2021. Het aantal ontnemingsvorderingen daalde met 31 procent sterk.

  • Bestuursrechtelijke zaken bij de rechtbanken

    In 2022 kwamen bij de rechtbanken ruim 32.000 ‘reguliere’ bestuurszaken binnen, ongeveer evenveel als in 2021. Er was wel een sterke afname van zaken betreffende bijstand (23 procent), sociale voorzieningszaken (20 procent) en voorlopige voorzieningen (tien procent). Waarschijnlijk speelt de afname van de werkloosheid een rol in de afname van het aantal sociale verzekerings- en bijstandszaken.

  • Vreemdelingenzaken bij de rechtbanken

    Het aantal ingekomen vreemdelingenzaken nam in 2022 met 18 procent sterk toe ten opzichte van 2021 tot een kleine 30.000 zaken. Het aantal ingekomen zaken was daarmee alsnog lager dan in 2018 tot 2020. De instroom van vreemdelingenzaken hangt sterk af van het aantal afdoeningen en de afdoeningswijze door de IND. Het aantal asielprocedures (korte en verlengde asielprocedures) nam heel fors toe van een kleine 8.000 zaken in 2021 naar ruim 12.000 zaken in 2022, een stijging van 52 procent. De stijging van het aantal asielprocedures in 2022 komt mede door een hoog aantal beroepen niet tijdig beslissen. Het aantal reguliere vreemdelingenzaken (vreemdelingenzaken niet betreffende asiel, bijvoorbeeld migratie voor werk, studie of gezinshereniging) steeg in 2022 met zes procent in vergelijking met 2021 naar 8.800 zaken. Het aantal nieuw ingekomen korte asielprocedures daalde juist sterk, met 32 procent naar circa 2.800 zaken. Het aantal bewaringszaken daalde licht met drie procent naar circa 5.000 zaken. Daarmee lag het aantal inkomende regulier zaken nog wel lager dan in de periode 2018 tot 2020.

  • Belastingzaken bij de rechtbanken

    Het aantal nieuw ingekomen belastingzaken was met een kleine 28.000 zaken in 2022 ongeveer gelijk als het aantal in 2021. Het aantal nieuw aangebrachte belastingzaken lagere overheden steeg met 11 procent naar ruim 18.000 zaken. Deze toename komt voornamelijk door de stijging van het aantal WOZ-zaken, een stijging die grotendeels wordt veroorzaakt door meer activiteit van no cure, no pay-bedrijven op dit gebied. Het aantal rijksbelastingzaken daalde met 14 procent naar een kleine 10.000 zaken. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de daling van zaken betreffende inkomstenbelasting en premie volksverzekering (23 procent) en belasting op personenauto’s en motorrijwielen (bpm) zaken (12 procent). Het aantal ingekomen bpm-zaken was in 2021 al fors toegenomen, het aantal ingekomen bpm-zaken in 2022 ligt ten opzichte van 2020 en eerdere jaren nog veel hoger. Ook de stijging van het aantal ingekomen bpm-zaken wordt mogelijk veroorzaakt door de activiteit van no cure, no pay-bedrijven.

  • Handelszaken bij de gerechtshoven

    Het aantal nieuw ingekomen civiele handelszaken daalde in 2022 heel licht met twee procent.

  • Familiezaken bij de gerechtshoven

    Het aantal ingekomen civiele familiezaken daalde in 2022 vergeleken met 2021 fors met 20 procent. Bijna alle categorieën familiezaken daalden in aantallen ingekomen zaken.

  • Strafzaken bij de gerechtshoven

    Het aantal ingekomen strafzaken bleef in 2022 ongeveer gelijk met ruim 26.000 zaken. Dit aantal bevat niet alleen de behandeling op zitting van de hoofdzaak maar ook allerlei ‘nevenproducten’, zoals ontnemingsvorderingen en rekesten. Het aantal nieuw aangebrachte hoofdzaken (de ter zitting gebrachte zaken) nam wel licht toe ten opzichte van 2021 met drie procent naar een kleine 15.000 zaken.

  • Belastingzaken bij de gerechtshoven

    De toename van het aantal ingekomen belastingzaken in 2022 vergeleken met 2021 was met 39 procent (circa 2.500 zaken) fors. Zowel het aantal belastingzaken lagere overheden groeide sterk, met 20 procent naar circa 2.200 zaken, als het aantal rijksbelastingzaken, een groei van 45 procent naar circa 7.000 zaken.

    Bij de belastingzaken lager overheden steeg het aantal WOZ-zaken fors met 43 procent naar circa 1.800 zaken. Het aantal overige zaken belastingen lagere overheden daalde juist met 34 procent. Bij rijksbelastingzaken is vooral de stijging van bpm-zaken (met 66 procent naar circa 3.500 zaken) opvallend. Ook bij de gerechtshoven speelt de toegenomen activiteit van no cure, no pay-bedrijven een flinke rol bij de toename van het aantal WOZ- en bpmzaken.

    Ook opvallend is de stijging van dividendbelasting zaken (meer dan een verdriedubbeling naar circa 900 zaken). Dit zijn hoger beroepen van het hoge aantal zaken dat in de periode 2016-2018 is ingestroomd bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

  • Centrale Raad van Beroep

    De Centrale Raad van Beroep (CRvB) oordeelt in hoger beroep over geschillen op het terrein van de sociale verzekeringen, de sociale voorzieningen en ambtenarenzaken. Daarnaast is de CRvB rechter in eerste en enige aanleg in geschillen over de uitvoering van wetten voor oorlogs- en vervolgingsgetroffenen, enkele bijzondere pensioenen en voor beroepen van rechterlijke ambtenaren. In 2022 daalde het aantal nieuw ingekomen zaken verder, na een sterke daling die in de afgelopen jaren al te zien was, naar circa 4.100 zaken, een daling van 11 procent ten opzichte van 2021.

  • College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb)

    Het CBb oordeelt over geschillen op het terrein van het sociaaleconomisch bestuursrecht. Daarnaast is het CBb hoger beroepsinstantie voor uitspraken op het gebied van een aantal specifieke wetten, zoals de Mededingingswet en de Telecommunicatiewet. De zaken van het CBb zijn niet opgenomen in boven- en onderstaande tabellen en figuren omdat het CBb niet output gefinancierd wordt. In 2022 is het aantal inkomende zaken bij het CBb sterk gestegen met 72 procent, van 1.570 zaken in 2021 naar 2.710 zaken in 2022. De stijging wordt veroorzaakt wordt door zaken in eerste aanleg over coronasteun.

Tabel 4: Aantal ingekomen zaken in 2018-2022 (afgerond op tientallen)

20182019202020212022groei 2022
Rechtbanken
Kanton946.100949.260846.670850.020879.5603%
Civiel handel75.02071.13061.54053.45050.230-6%
Civiel familie180.870187.610181.120177.220173.190-2%
Straf162.740168.140159.480168.900153.470-9%
Bestuur37.00036.94035.23032.56032.4000%
Vreemdelingenkamers33.41040.97032.27025.35029.87018%
Belasting26.22025.85030.98027.56027.7801%
Gerechtshoven
Civiel handel7.6707.0406.3306.2106.070-2%
Civiel familie5.1305.3404.8605.7004.560-20%
Straf33.34032.44026.97026.51026.370-1%
Belasting3.9605.1403.6106.6209.16038%
Bijzonder college
Centrale Raad van Beroep6.7405.5004.5604.6404.110-11%
Totaal1.518.2001.535.3601.393.6201.384.7401.396.7701%

Tabel 4.1: Aantal ingekomen zaken 2018-2022 per gerecht (afgerond op tientallen)

20182019202020212022
Rechtbanken
Kanton
Amsterdam74.68078.37068.44066.00065.560
Den Haag92.93092.86082.47087.36088.390
Gelderland107.220106.72095.330100.520107.140
Limburg74.90070.53064.82065.24062.960
Midden-Nederland96.91097.30091.26086.09093.670
Noord-Holland83.52087.10072.96069.29075.240
Noord-Nederland98.780103.17089.88089.64090.380
Oost-Brabant71.98067.34059.56059.24060.860
Overijssel58.17059.54053.94054.61057.280
Rotterdam114.980115.830102.800102.340106.180
Zeeland - West-Brabant72.05070.52065.21069.69071.920
Landelijk946.100949.260846.670850.020879.560
Civiel handel
Amsterdam8.8308.6107.5406.8506.030
Den Haag8.6707.9806.8706.0905.920
Gelderland7.0206.7605.7404.8704.560
Limburg4.8404.3303.6103.2603.010
Midden-Nederland7.7307.5706.7805.6405.170
Noord-Holland5.9305.4304.6003.7703.780
Noord-Nederland7.2806.9205.6404.6904.750
Oost-Brabant4.8504.5104.1403.6003.440
Overijssel4.3003.8803.0602.7802.530
Rotterdam10.1409.6508.8407.9107.270
Zeeland - West-Brabant5.4305.4904.7203.9903.770
Landelijk75.02071.13061.54053.45050.230
Civiel familie
Amsterdam14.92014.74014.53014.32014.030
Den Haag18.14019.36018.37018.25017.800
Gelderland17.66018.36018.56018.11017.500
Limburg12.88013.25012.99013.63012.950
Midden-Nederland21.73022.74020.41019.42019.340
Noord-Holland15.17015.61014.99014.10013.510
Noord-Nederland17.67018.14017.13017.77018.940
Oost-Brabant13.60013.90013.23012.86012.490
Overijssel15.63016.80018.91017.22016.600
Rotterdam20.02021.14018.70018.33017.520
Zeeland - West-Brabant13.47013.57013.29013.21012.500
Landelijk180.870187.610181.120177.220173.190
Straf
Amsterdam23.54023.63022.47021.73021.410
Den Haag19.32019.39018.69019.27017.950
Gelderland13.98014.35012.25016.16015.140
Limburg9.99010.83010.07010.5408.920
Midden-Nederland16.60016.47018.49017.99015.600
Noord-Holland14.05014.43011.54013.41012.650
Noord-Nederland10.89012.54011.91012.51011.500
Oost-Brabant11.57012.22011.71011.7009.990
Overijssel8.5409.9309.21010.3908.970
Rotterdam22.01022.18019.65020.60019.150
Zeeland - West-Brabant12.25012.17013.51014.59012.200
Landelijk162.740168.140159.480168.900153.470
Bestuur
Amsterdam4.9104.8604.5704.1904.360
Den Haag4.6904.4604.5704.3704.400
Gelderland3.1103.2303.2302.7902.570
Limburg2.6702.8802.6802.5502.060
Midden-Nederland3.9203.7303.1603.2403.550
Noord-Holland2.6202.5602.6002.3602.340
Noord-Nederland2.6102.7002.4402.4802.510
Oost-Brabant2.7702.9602.8802.5102.310
Overijssel1.6501.7201.6801.6201.620
Rotterdam5.2005.1404.9004.0304.560
Zeeland - West-Brabant2.8602.7002.5302.4302.130
Landelijk37.00036.94035.23032.56032.400
Vreemdelingenkamers
Amsterdam4.8105.6304.3202.9703.350
Den Haag3.5504.4603.4402.6402.910
Gelderland2.0802.8402.4202.2502.720
Limburg1.9402.5702.1602.0502.430
Midden-Nederland3.0203.7903.0402.5702.760
Noord-Holland3.1603.7003.0202.3902.850
Noord-Nederland3.0804.1703.3302.2402.220
Oost-Brabant2.8503.4502.5901.9302.490
Overijssel2.6003.3402.5802.0202.380
Rotterdam4.4204.4803.2302.5703.030
Zeeland - West-Brabant1.9102.5402.1501.7302.740
Landelijk33.41040.97032.27025.35029.870
Belasting
Amsterdam3.0102.2902.6302.2602.190
Den Haag4.2204.0704.1704.4304.760
Gelderland4.0104.4703.9703.2103.630
Limburg6207201.0301.1201.200
Midden-Nederland1.3202.1501.7202.5302.480
Noord-Holland2.9803.3604.2104.9004.030
Noord-Nederland1.5502.0101.5501.8702.120
Oost-Brabant5706001.0109101.050
Overijssel680650860690600
Rotterdam1.2401.3101.8002.0101.590
Zeeland - West-Brabant6.0404.2208.0403.6404.120
Landelijk26.22025.85030.98027.56027.780
Gerechtshoven
Civiel handel
Amsterdam1.7001.4701.4501.3301.410
Arnhem-Leeuwarden1.7001.6601.3401.4701.370
Den Haag2.5802.3602.0902.0801.890
s Hertogenbosch1.6901.5501.4501.3401.390
Landelijk7.6707.0406.3306.2106.070
Civiel familie
Amsterdam1.0701.0501.0401.120890
Arnhem-Leeuwarden880840840880670
Den Haag1.9902.1401.9302.1701.680
s Hertogenbosch1.1901.3101.0601.5201.310
Landelijk5.1305.3404.8605.7004.560
Straf
Amsterdam6.8806.7205.7306.0205.360
Arnhem-Leeuwarden6.7407.2305.5205.1504.960
Den Haag11.40010.5909.0309.1709.860
s Hertogenbosch8.3207.9006.7006.1706.190
Landelijk33.34032.44026.97026.51026.370
Belasting
Amsterdam7507908301.6502.390
Arnhem-Leeuwarden7801.7407501.7902.920
Den Haag1.2701.8101.2201.8902.450
s Hertogenbosch1.1608008101.2901.410
Landelijk3.9605.1403.6106.6209.160
Bijzonder college
Centrale Raad van Beroep6.7405.5004.5604.6404.110

Afgehandelde zaken

Inkomende zaken worden behandeld en afgedaan. Vrijwel alle zaken bij de Rechtspraak worden gefinancierd als ze worden afgedaan, hetgeen ook wordt aangeduid als output financiering. Het aantal zaken dat de Rechtspraak gefinancierd krijgt, wordt ook wel productie genoemd. Toezicht op de afwikkeling van uitgesproken insolventies wordt vanwege de lange doorlooptijden echter tegelijkertijd met de instroom van deze zaken gefinancierd. Er zit daarom een klein verschil tussen productie in het aantal ingestroomde zaken en het aantal afgehandelde zaken.

Figuur 3 toont de verdeling van de output gefinancierde productie in de verschillende rechtsgebieden. Naast de absolute aantallen zaken in de blauwe balken, is ook de verdeling van de werklast over de verschillende rechtsgebieden (in de oranje balken) weergegeven. Werklast is een gewogen maat, die rekening houdt met verschil in bewerkelijkheid (feitelijk bestede tijd) van verschillende zaken. Kantonzaken zijn relatief licht (minder bewerkelijk, dus lagere werklast), terwijl handelszaken (niet kantonzaken), bestuurszaken, waaronder vreemdelingenzaken en belastingzaken, en de zaken in hoger beroep, waaronder de zaken van de CRvB, vaak meer werk kosten (bewerkelijker zijn, dus hoge werklast).

Het aantal kantonzaken is het grootst; dit is 62 procent van het totaal aantal zaken. Het feit dat voor kantonzaken het aandeel in werklast in minuten zoveel kleiner is (16 procent), geeft aan dat dit relatief lichtere zaken zijn. Is de oranje balk in de figuur echter relatief veel langer dan de blauwe balk, dan betekent dit dat relatief zware zaken zijn behandeld. Zaken bij de gerechtshoven en de Centrale Raad van Beroep zijn bijvoorbeeld relatief zware zaken. Slechts vier procent van het totaal aantal zaken is in 2022 door de gerechtshoven en de Centrale Raad van Beroep behandeld, maar dit was 19 procent van de werklast.

Tabel 5: Aantal afgehandelde zaken 2018-2022 (afgerond op tientallen)

20182019202020212022groei 2022
Rechtbanken
Kanton960.310959.320835.080877.250851.170-3%
Civiel handel82.89078.03066.85060.87055.220-9%
Civiel familie180.700185.450180.200181.100174.710-4%
Straf164.660167.330158.820167.010153.060-8%
Bestuur37.88035.21030.69032.90033.9203%
Vreemdelingenkamers33.23038.35031.31027.81027.7700%
Belasting21.86023.69021.74031.40028.740-8%
Gerechtshoven
Civiel handel7.9507.7406.5706.6106.450-2%
Civiel familie5.4505.1404.9705.2705.070-4%
Straf31.88030.86025.48028.80026.370-8%
Belasting3.7703.7204.1804.8306.23029%
Bijzonder college
Centrale Raad van Beroep7.8206.9105.5105.6005.070-9%
Totaal1.538.4001.541.7501.371.4001.429.4501.373.780-4%

Tabel 5.1: Aantal afgehandelde zaken 2018-2022 per gerecht (afgerond op tientallen)

20182019202020212022
Rechtbanken
Kanton
Amsterdam75.01077.74063.65071.12065.010
Den Haag91.43094.46079.03088.22082.080
Gelderland105.030113.78093.270103.460101.870
Limburg73.42072.43068.35067.58057.110
Midden-Nederland99.94096.64088.57091.43087.640
Noord-Holland83.43086.21076.87071.71074.940
Noord-Nederland97.770106.14089.95089.76087.380
Oost-Brabant74.65067.87059.76060.26061.610
Overijssel63.35057.88051.40056.76055.330
Rotterdam121.080118.550100.240104.180103.430
Zeeland - West-Brabant75.21067.62063.99072.76074.780
Landelijk960.310959.320835.080877.250851.170
Civiel handel
Amsterdam9.3809.2407.9007.6406.560
Den Haag9.2808.4107.2506.5706.610
Gelderland8.0207.3606.4305.7205.200
Limburg5.5904.9904.2103.7103.470
Midden-Nederland8.2807.9707.0606.3405.370
Noord-Holland6.6906.1805.0604.4504.100
Noord-Nederland8.5907.9906.7005.7205.140
Oost-Brabant5.4305.1304.1904.0503.860
Overijssel4.8504.3203.5703.1702.800
Rotterdam10.90010.5709.2508.9307.940
Zeeland - West-Brabant5.8905.8805.2304.5704.180
Landelijk82.89078.03066.85060.87055.220
Civiel familie
Amsterdam14.77014.55014.49014.55014.170
Den Haag17.68018.58017.94019.43018.090
Gelderland17.79018.38018.53018.26017.740
Limburg12.97013.26012.63013.73013.060
Midden-Nederland21.77022.48020.30019.81019.480
Noord-Holland15.32015.17015.13014.65013.530
Noord-Nederland17.59018.43017.15018.12018.930
Oost-Brabant13.57013.48013.26013.05012.600
Overijssel15.85016.44018.70017.69016.700
Rotterdam20.09021.14018.81018.42017.550
Zeeland - West-Brabant13.29013.54013.27013.38012.860
Landelijk180.700185.450180.200181.100174.710
Straf
Amsterdam23.05023.25022.25021.35021.190
Den Haag19.06019.30018.44019.06017.510
Gelderland14.63014.13011.79015.62014.930
Limburg10.21010.97010.35010.1508.960
Midden-Nederland16.57016.37018.26017.90015.630
Noord-Holland14.20014.43011.69013.47012.750
Noord-Nederland11.13012.64011.81012.41011.800
Oost-Brabant11.66012.12011.84011.34010.010
Overijssel8.8909.8909.24010.3509.060
Rotterdam22.60021.88020.30020.56019.070
Zeeland - West-Brabant12.66012.36012.85014.80012.150
Landelijk164.660167.330158.820167.010153.060
Bestuur
Amsterdam4.7404.7203.6704.4204.820
Den Haag4.6003.9103.9404.1904.490
Gelderland3.2603.0002.6802.6402.830
Limburg2.9802.6802.4302.3102.120
Midden-Nederland4.1003.8102.9603.6703.380
Noord-Holland2.9502.4102.0802.3602.380
Noord-Nederland2.7002.7002.2202.4302.540
Oost-Brabant2.5702.7002.5402.5702.480
Overijssel1.5801.6301.4401.5701.810
Rotterdam5.5004.8704.5804.4604.560
Zeeland - West-Brabant2.9102.7902.1402.2902.520
Landelijk37.88035.21030.69032.90033.920
Vreemdelingenkamers
Amsterdam4.8105.4504.3303.4303.180
Den Haag3.6204.1003.1402.8002.850
Gelderland2.0802.4802.4802.4102.490
Limburg1.9402.4102.1102.0902.440
Midden-Nederland2.8803.6703.0202.9502.580
Noord-Holland3.3603.4902.8602.4102.650
Noord-Nederland2.9103.6603.2902.7401.950
Oost-Brabant2.8703.2202.5802.1602.360
Overijssel2.5102.8702.5702.4402.250
Rotterdam4.4004.4502.9502.5102.700
Zeeland - West-Brabant1.8402.5501.9901.8702.340
Landelijk33.23038.35031.31027.81027.770
Belasting
Amsterdam2.6302.6102.2202.3202.270
Den Haag4.0504.1203.3403.8804.370
Gelderland3.6303.7403.4703.1503.430
Limburg1.0708207601.1301.140
Midden-Nederland1.1601.7301.5202.4401.730
Noord-Holland2.2903.2302.6403.1303.790
Noord-Nederland1.8001.7801.3802.1101.730
Oost-Brabant570610510890810
Overijssel690690730800580
Rotterdam1.2509401.2001.7601.720
Zeeland - West-Brabant2.7403.4203.9809.8207.170
Landelijk21.86023.69021.74031.40028.740
Gerechtshoven
Civiel handel
Amsterdam1.7901.7301.5201.3601.560
Arnhem-Leeuwarden1.7601.5501.4601.4301.330
Den Haag2.6802.7902.1802.4502.190
s Hertogenbosch1.7201.6701.4201.3601.380
Landelijk7.9507.7406.5706.6106.450
Civiel familie
Amsterdam1.0601.0801.0801.1601.030
Arnhem-Leeuwarden800910830920800
Den Haag2.2501.8701.9601.9702.150
s Hertogenbosch1.3301.2701.1001.2301.100
Landelijk5.4505.1404.9705.2705.070
Straf
Amsterdam6.2006.2005.2006.3206.320
Arnhem-Leeuwarden6.5806.8105.9105.4904.320
Den Haag10.7009.7908.25010.7909.420
s Hertogenbosch8.4008.0606.1206.2106.300
Landelijk31.88030.86025.48028.80026.370
Belasting
Amsterdam8408707709401.350
Arnhem-Leeuwarden5806709701.4302.220
Den Haag1.3201.3101.6201.5701.720
s Hertogenbosch1.030870820890950
Landelijk3.7703.7204.1804.8306.230
Bijzonder college
Centrale Raad van Beroep7.8206.9105.5105.6005.070

In tabel 5 is het totaal aantal afgehandelde zaken weergegeven. Het aantal afgehandelde zaken is in 2022 licht gedaald met vier procent vergeleken met 2021.

In de meeste productgroepen daalde het aantal afgehandelde zaken vergeleken met 2021. Er was nog wel een sterke groei (29 procent) van het aantal afgehandelde belastingzaken bij de hoven en een lichte groei (drie procent) van het aantal afgehandelde bestuurszaken bij de rechtbanken. Het aantal afgehandelde vreemdelingenzaken bij de rechtbanken bleef in 2022 ongeveer gelijk aan 2021.

Productie ten opzichte van de afspraken met de minister

Over de productie van de Rechtspraak, dus het aantal zaken dat de Rechtspraak gefinancierd krijgt, worden afspraken gemaakt met de minister van JenV. Die afspraken zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op ramingen van het aantal zaken dat zal worden aangebracht. Deze ramingen worden samen met het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) op basis van prognosemodellen gedaan. Na afloop van het boekjaar, dat gelijk is aan het kalenderjaar, vindt verrekening plaats van de werkelijke productie ten opzichte van de afspraken. Als de Rechtspraak meer zaken behandelt dan afgesproken, dan krijgt de Rechtspraak een aanvullende financiering, worden er minder zaken behandeld dan afgesproken, dan moet er worden terugbetaald. In tabel 6 is weergegeven hoe de productie in aantal zaken in 2022 zich verhoudt tot de afspraken die hierover met de minister zijn gemaakt.

In 2022 lag de productie in aantal zaken ongeveer 14 procent lager dan de afspraken met de minister. Bij vreemdelingenzaken lag de productie 31 procent lager dan was afgesproken en bij civiel handel rechtbanken lag de productie 23 procent lager dan was afgesproken. Ook bij civiel handel bij de gerechtshoven, kanton, de CRvB, straf bij de rechtbanken en gerechtshoven en bestuur bij de rechtbanken lag de productie ruim onder (meer dan tien procent) de afgesproken aantallen. Voor al deze groepen zaken bleef ook de instroom achter bij de verwachtingen. Alleen bij belasting bij de gerechtshoven lag de productie in aantal zaken boven de afspraken met de minister. Het achterblijven van productie met de verwachtingen in 2022 is vooral een gevolg van het achterblijven van de instroom ten opzichte van de verwachtingen, coronamaatregelen in het begin van 2022 en een hoog ziekteverzuim.

Tabel 6: Productie in aantal zaken in 2022 ten opzichte van de afspraken met de minister (afgerond op tientallen)

Begroting afspraken in aantallenProductie in aantallenProductie t.o.v. afspraken
Rechtbanken
Kanton996.027851.17085%
Civiel handel*67.16651.61077%
Civiel familie184.383174.71095%
Straf178.169153.06086%
Bestuur38.58033.92088%
Vreemdelingenkamers40.28027.77069%
Belasting29.82428.74096%
Gerechtshoven
Civiel handel8.0466.45080%
Civiel familie5.5075.07092%
Straf30.81926.37086%
Belasting5.8076.230107%
Bijzonder college
Centrale Raad van Beroep5.9395.07085%
Totaal1.590.5471.370.17086%
*Afwikkeling insolventies worden gefinancierd op moment instroom.Aantal wijkt daarom af van het aantal afgehandelde zaken civiel handel bij de rechtbanken.

3.1.2 Productiviteit en kosten

Tabel 7 laat zien hoe de gemiddelde personele bezetting en het aantal afgehandelde zaken zich de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. In de bezettingscijfers, zoals gepresenteerd in paragraaf 3.2, is zichtbaar dat de personeelsomvang eind 2022 hoger was dan eind 2021. De capaciteitsuitbreiding van de afgelopen jaren is nodig voor het verlagen van de werkdruk, het kunnen werken volgens de professionele standaarden en om rekening te houden met natuurlijk verloop (de vervangingsvraag). De gemiddelde bezetting is in 2022 ten opzichte van 2021 met 1,8 procent toegenomen. Het zaakvolume (werklast) nam toe met 3,2 procent, waardoor de arbeidsproductiviteitsindicator als resultante is gestegen in 2022 (1,4 procent).

Tabel 8 geeft een beeld van de kostenontwikkeling, gecorrigeerd voor inflatie van lonen en prijzen bij de overheid. De totale voor inflatie gecorrigeerde kosten die de Rechtspraak heeft gemaakt, zijn in 2022 afgenomen met 1,9 procent. Dit is veroorzaakt door de materiële kosten en dan met name de huisvestigingskosten. De personele kosten, gecorrigeerde voor inflatie, zijn gelijk gebleven

Deze afname van de kosten gecombineerd met de toegenomen zaakvolume (werklast) zorgt ervoor dat de kostenproductiviteit in 2022 is toegenomen met 5,2 procent.

Tabel 7: Index personele bezetting, gewogen zaakvolume en arbeidsproductiviteit 2018-2022

20182019202020212022groei
2022 (%)
Gemiddelde bezetting rechters en raadsheren1001001011041051,6%
Gemiddelde bezetting gerechtsambtenaren1001011051091111,8%
Gemiddelde bezetting totaal1001011041081101,8%
Gewogen zaaksvolume100988486893,2%
Zaaksvolume per arbeidsjaar: arbeidsproductiviteit100978080811,4%

Tabel 8: Index reële kosten en zaakvolume per ingezette euro 2018-2022

20182019202020212022groei
2022 (%)
Personele kosten1001011021071070,0%
Overige (materiële) kosten100105107113105-7,5%
Totale kosten100102103109107-1,9%
Gewogen zaakvolume100988486893,2%
Zaaksvolume per ingezette euro: kostenproductiviteit100968179835,2%

3.1.3 Werkvoorraden

Alle gerechten hebben een zogenoemde werkvoorraad. Dit zijn zaken die wachten op behandeling, of zijn binnengekomen maar nog niet zijn afgedaan.

Deze bekostigde (lamicie) werkvoorraad is in het jaar 2022 ongeveer gelijk gebleven en kwam uit op iets meer dan 346.000 zaken. De rechtbanken en de CRvB zagen hun voorraad beide met ongeveer 1.000 zaken dalen; de gerechtshoven zagen hun voorraad met ongeveer 2.000 zaken stijgen.

Bij de productgroepen vreemdelingenkamer en kanton zijn bij de rechtbanken de werkvoorraden gestegen. De stijging bij kanton heeft met name betrekking op mulderzaken. Bij de Mulderzaken zijn 71 procent meer zaken ingestroomd dan in 2021. De uitstroom van Mulderzaken is gestegen met 24 procent. Daartegenover staat een daling van de werkvoorraad bij de productgroep handel bij de rechtbanken en dan specifiek de insolventiezaken. Met name bij de Wsnp-zaken en in mindere mate bij de faillissementszaken is een sterkere uitstroom zichtbaar ten opzichte van een teruglopende instroom van zaken.

De stijging van de werkvoorraad bij de gerechtshoven wordt veroorzaakt door een stijging van de instroom van belastingzaken. Deze stegen met circa 2.500 zaken, en dan met name het aantal zaken betreffende de toepassing van de WOZ, bpm en de Wet op de dividendbelasting. De stijging van de instroom WOZ- en bpm zaken is voor een groot deel te wijten aan de activiteit van de eerder in dit jaarverslag genoemde no cure, no pay-bedrijven. De daling van de werkvoorraad bij de CRvB werd vooral veroorzaakt door een daling in het aantal bijstandszaken. De in- en uitstroom in 2022 van de CRvB waren in vergelijking met het jaar 2021 beide lager.

De technische aanpassing heeft betrekking op zaken die juridisch waren afgedaan maar administratief openstonden. Deze zijn gecorrigeerd.

De grootste correctie, bij de productgroep straf in eerste aanleg van ongeveer 14.500 zaken heeft betrekking op het uitfaseren van een registratiesysteem. Geconstateerd is dat zaken administratief niet geheel waren afgesloten terwijl deze zaken juridisch wel waren afgedaan. Bij de productgroep kanton stroomden zaken niet uit die betrekking hadden op intrekkingen van machtigingsverzoeken bij toezichtzaken. Hierdoor was de beginvoorraad ook te hoog. Dit is gecorrigeerd en daarbij zijn ongeveer 7.300 zaken uit eerdere jaren alsnog uitgestroomd.

Tabel 9: Werkvoorraadontwikkeling 2022

Werkvoorraad eind 2021Instroom zaken 2022Uitstroom zaken 2022Technische aanpassingWerkvoorraad eind 2022Ontwikkeling
werkvoorraad 2022 t.o.v. 2021
Rechtbanken3011.3471.325233000%
Kanton126880851714717%
Civiel handel355055130-14%
Civiel familie30173175028-7%
Straf481531531434-29%
Bestuur243234023-4%
Vreemdelingenkamer9302801122%
Belasting302829029-3%
Gerechtshoven3846440405%
Civiel handel76606-14%
Civiel familie355030%
Straf222626021-5%
Belasting6960950%
Bijzonder college74506-14%
Centrale Raad van Beroep74506-14%
Totaal3461.3971.374233460%
NB: Aantallen zijn in duizendtallen en sluiten aan bij de brongegevens,waardoor afrondingsverschillen kunnen voorkomen.

3.1.4 Kwaliteitsindicatoren

De professionele standaarden vervullen een centrale rol als vakinhoudelijke kwaliteitsafspraken. Maar naast de professionele standaarden zijn er nog een aantal andere kwaliteitsonderwerpen die de Rechtspraak kwantitatief in de gaten houdt. Dit zijn de doorlooptijden, het percentage MK-afdoeningen, de hoger beroepspercentages, de aantallen klachten, wrakingen, de publicatiegraad en het aantal mediations.

Dat heeft twee doelen: intern biedt het de basis voor het ‘goede gesprek’ over deze kwaliteitsthema’s en draagt het bij aan kwaliteitsborging en extern biedt het de mogelijkheid om verantwoording over kwaliteit te kunnen onderbouwen met kwantitatieve gegevens over deze kwaliteitsindicatoren.

  • Doorlooptijden

    De doorlooptijd is gedefinieerd als de totale tijd die verstrijkt tussen het instromen en het uitstromen van een zaak bij een gerechtelijke instantie. De Rechtspraak heeft in 2020 per zaakstroom nieuwe (maximum)normen voor doorlooptijden ontwikkeld. Voor de interne sturing worden inmiddels al zo’n 70 standaarden voor (hoofd)zaakstromen onderscheiden. Voor de leesbaarheid wordt in onderstaande tabel per rechtsgebied over de doorlooptijden gerapporteerd.

    De standaarden gelden in beginsel voor alle zaken. Uiteraard kan niet iedere zaak het standaardproces doorlopen. Het komt regelmatig voor dat er aanvullende processtappen nodig zijn, die ook extra tijd vragen. Dergelijke zijstappen zijn bijvoorbeeld een deskundigenonderzoek of een mediationtraject. Daarnaast is er ook de afhankelijkheid van procespartijen. Wanneer vanwege de aard van de zaak extra tijd nodig is, wordt de standaard hierop aangepast. Dit is gedaan door de meest voorkomende ‘aanvullende processtappen’ te definiëren en hiervoor een aparte doorlooptijd standaard te stellen. Ook bij extra handelingen is het immers wenselijk om duidelijk voor ogen te hebben naar welke kwaliteit gestreefd wordt in termen van doorlooptijd. Op deze manier doen de standaarden recht aan wat een zaak inhoudelijk nodig heeft, en kan er ook goed worden uitgelegd waarom bepaalde zaken meer tijd nodig hebben. De tabel in deze paragraaf omvat zowel de doorlooptijd van de hoofdstromen als de zijstromen.

    Het behalen van de doorlooptijden doet de Rechtspraak niet alleen, hierin werken we samen met andere procespartijen. De standaarden zijn op totaalniveau opgesteld, dus inclusief de doorlooptijd van anderen, aangezien dit vanuit het perspectief van de rechtzoekende de werkelijk beleefde doorlooptijd is.

    In tabel 10 staat het percentage zaken dat in 2022 is uitgestroomd binnen de genormeerde doorlooptijd.

Tabel 10: Percentage zaken dat in 2022 is uitgestroomd binnen de genormeerde doorlooptijd

% Standaard gehaald in 2022
Bestuur
Rechtbanken23%
waarvan belastingzaken14%
Gerechtshoven (belasting)24%
CBb12%
CRvB9%
Familie- en jeugdrecht
Rechtbanken67%
Gerechtshoven37%
Handel/kanton
Rechtbanken76%
Gerechtshoven27%
Strafrecht
Rechtbanken34%
Gerechtshoven25%
Toezicht
Rechtbanken52%

Meervoudige afdoening

In hoger beroep worden vrijwel alle zaken meervoudig (door drie rechters) afgedaan. In eerste aanleg bij de rechtbanken is dat anders. Daar bepaalt de rechter of de zaak enkelvoudig (door één rechter) of meervoudig wordt afgedaan. Zaken die voor een meervoudige afhandeling in aanmerking komen, zijn complexe zaken, zaken over principiële rechtsvragen of zaken die grote maatschappelijke onrust meebrengen. Een meervoudige behandeling bevordert in het algemeen de (juridische) kwaliteit van een uitspraak.

Voor de meeste rechtsgebieden is het percentage zaken dat wordt afgedaan door een meervoudige kamer (MK) door de tijd redelijk stabiel. Wel is er een opvallende verschuiving te zien bij rijksbelastingzaken bij rechtbanken, waar in 2022 relatief meer zaken meervoudig werden afgedaan. Dit heeft te maken met een groot cluster aan dividendzaken dat in 2022 meervoudig is afgedaan bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant en een flink aantal bpm-zaken dat in 2022 meervoudig is afgedaan bij de rechtbank Gelderland.

Het percentage MK-afdoening straf bij gerechtshoven loopt na een lager percentage in 2021 weer wat op in 2022. Dit lagere percentage in 2021 hing samen met afspraken tussen de Rechtspraak en het OM bij straf om de door de coronacrisis ontstane achterstanden zo snel mogelijk weg te werken. In 2022 loopt het effect van deze afspraken op het percentage MK-afdoening straf bij gerechtshoven terug.

Tabel 11: Percentage zaken afgedaan door de meervoudige kamer (MK)

20182019202020212022
Rechtbanken
Civiel handel7%6%7%7%6%
Civiel familie2%2%1%1%1%
Bestuur12%13%11%10%10%
Vreemdelingenkamers2%1%1%2%2%
Belasting20%28%23%36%50%
Straf17%16%17%17%17%
Gerechtshoven
Belasting94%95%92%84%88%
Straf95%91%86%74%81%

Tabel 11.1: Percentage zaken afgedaan door de meervoudige kamer (MK), rechtbanken

20182019202020212022
Civiel handelPercentage meervoudige kamer
Amsterdam6%6%8%7%7%
Den Haag9%7%11%10%7%
Gelderland6%9%7%8%5%
Limburg6%3%3%2%4%
Midden-Nederland10%7%6%6%5%
Noord-Holland9%7%8%7%5%
Noord-Nederland5%5%8%6%2%
Oost-Brabant6%5%7%5%3%
Overijssel6%8%8%14%12%
Rotterdam7%7%10%7%13%
Zeeland - West-Brabant2%2%5%4%5%
Landelijk7%6%7%7%6%
Civiel familiePercentage meervoudige kamer
Amsterdam3,0%3,5%1,1%1,3%2,1%
Den Haag1,6%2,3%1,5%2,1%3,2%
Gelderland0,4%0,2%0,3%0,2%0,2%
Limburg1,8%1,5%1,5%1,7%1,1%
Midden-Nederland1,3%2,2%0,4%0,8%0,6%
Noord-Holland2,9%2,8%1,9%2,2%2,5%
Noord-Nederland0,8%1,1%0,2%0,5%0,5%
Oost-Brabant0,0%0,7%0,2%0,5%0,0%
Overijssel3,9%5,0%2,1%2,8%2,5%
Rotterdam1,6%1,2%0,9%1,2%0,7%
Zeeland - West-Brabant2,7%5,1%2,1%1,7%3,2%
Landelijk1,7%2,1%1,0%1,3%1,4%
BestuurPercentage meervoudige kamer
Amsterdam10%15%8%9%11%
Den Haag12%7%11%7%7%
Gelderland14%12%8%7%5%
Limburg8%8%15%9%7%
Midden-Nederland13%9%9%10%9%
Noord-Holland12%13%9%13%10%
Noord-Nederland15%14%12%10%8%
Oost-Brabant18%25%24%17%21%
Overijssel12%17%12%10%15%
Rotterdam10%7%5%8%7%
Zeeland - West-Brabant12%17%9%12%9%
Landelijk12%13%11%10%10%
VreemdelingenkamersPercentage meervoudige kamer
Amsterdam3,2%2,0%1,4%1,9%0,9%
Den Haag1,2%1,1%0,9%0,7%0,4%
Gelderland3,3%2,6%1,4%6,5%3,0%
Limburg0,8%0,6%0,5%0,7%0,5%
Midden-Nederland3,6%1,4%3,0%1,8%1,8%
Noord-Holland1,2%1,5%1,4%3,1%2,7%
Noord-Nederland0,9%1,8%0,4%1,8%2,6%
Oost-Brabant5,3%1,1%1,0%2,4%2,4%
Overijssel2,3%1,5%4,2%3,8%2,1%
Rotterdam0,8%0,6%1,4%1,1%1,3%
Zeeland - West-Brabant0,9%0,9%0,4%1,4%0,8%
Landelijk1,7%1,4%1,4%2,2%1,6%
BelastingPercentage meervoudige kamer
Amsterdam
Den Haag15%14%12%20%10%
Gelderland25%31%51%35%71%
Limburg
Midden-Nederland
Noord-Holland28%57%21%19%12%
Noord-Nederland21%26%11%15%13%
Oost-Brabant
Overijssel
Rotterdam
Zeeland - West-Brabant21%21%15%54%68%
Landelijk20%28%23%36%50%
StrafPercentage meervoudige kamer
Amsterdam21%21%22%27%25%
Den Haag15%15%15%13%14%
Gelderland16%15%18%14%13%
Limburg15%21%16%18%18%
Midden-Nederland13%14%14%15%16%
Noord-Holland15%13%16%11%12%
Noord-Nederland18%12%13%17%18%
Oost-Brabant19%17%16%18%17%
Overijssel20%19%18%21%20%
Rotterdam19%19%21%21%20%
Zeeland - West-Brabant13%13%13%15%15%
Landelijk17%16%17%17%17%

Tabel 11.2: Percentage zaken afgedaan door de meervoudige kamer (MK), hoven

20182019202020212022
BelastingPercentage meervoudige kamer
Amsterdam95%98%91%84%96%
Arnhem - Leeuwarden91%95%91%71%78%
Den Haag97%96%97%100%96%
's-Hertogenbosch94%93%90%92%83%
Landelijk94%95%92%84%88%
StrafPercentage meervoudige kamer
Amsterdam98%93%86%67%71%
Arnhem - Leeuwarden94%86%89%79%79%
Den Haag94%90%83%70%88%
's-Hertogenbosch97%96%87%77%86%
Landelijk95%91%86%74%81%

3.1.5 Aantal gepubliceerde uitspraken

De stijgende lijn wat betreft het aantal gepubliceerde uitspraken op rechtspraak.nl, zet zich door, zoals blijkt uit onderstaande publicatiecijfers.

Eind 2021 is het programma Meer en verantwoord publiceren van start gegaan. Het doel van dit programma is om het overgrote deel van alle rechterlijke uitspraken te gaan publiceren. Het programma gaat er stapsgewijs voor zorgen dat de publicatie van uitspraken op rechtspraak.nl het uitgangspunt wordt, waarvan alleen bij zwaarwegende redenen wordt afgeweken. Met het programma wordt de openbaarheid van rechtspraak voor de toekomst versterkt. Een forse ambitie die grote uitdagingen kent, maar die weergeeft dat de Rechtspraak transparant wil zijn en aanspreekbaar op haar werk.

Tabel 12: Aantal gepubliceerde uitspraken

20182019202020212022
Totaal29.90031.10038.00045.10049.800
Rechtbanken16.80016.80024.60030.20036.200
Gerechtshoven8.6009.5009.00010.40010.100
Bijzondere colleges4.5004.8004.5004.5003.500

3.1.6 Hoger beroep

De rechter staat boven de partijen in een rechtszaak en laat zich niet beïnvloeden door druk van buitenaf. Daar mogen partijen op vertrouwen. Dat neemt niet weg dat partijen in een rechtszaak tegen een zorgvuldig tot stand gekomen uitspraak in beroep kunnen gaan om de zaak opnieuw te laten beoordelen. Het kan gaan om een herbeoordeling en aanvulling van feiten, van rechtsvragen en van motiveringen. Het hoger beroep heeft, in het verlengde van deze controlefunctie en herkansingsfunctie, ook een belangrijke functie bij de rechtsontwikkeling en het bewaken en bevorderen van de rechtseenheid.

Tabel 13: Ontwikkeling hoger beroepspercentages

2018 t/m 20202019 t/m 20212020 t/m 2022
Civiel recht10%10%11%
Bestuursrecht12%12%12%
Strafrecht39%34%34%

3.1.7 Wrakingsverzoeken en gehonoreerde wrakingen

In Nederland heeft iedere burger recht op een onpartijdige rechter. Wie betrokken is in een rechtszaak en goede redenen heeft om te denken dat de rechter een zaak niet onpartijdig kan beoordelen, kan vragen deze rechter te laten vervangen door een andere. We noemen dat een verzoek tot wraking.

De afgelopen jaren varieert het aantal wrakingsverzoeken tussen de 600 en 750 verzoeken per jaar (zie figuur 4). In 2022 werden er 721 wrakingsverzoeken ingediend, waarvan 558 bij de rechtbanken, 143 bij de gerechtshoven, 17 bij de CRvB en 3 bij het CBb. Voor een uitsplitsing naar rechtsgebied en afdoeningswijze voor verzoeken uit 2022 zie tabel 14.

De wrakingskamer beoordeelt of een rechter terecht wordt gewraakt. Deze kamer honoreert een wraking als de rechter is in de betreffende zaak partijdig is of als er sprake is van schijn van partijdigheid, de wraking is dan gegrond. Dat zegt overigens niets over het functioneren van de betreffende rechter in andere zaken en hij of zij kan dus gewoon andere zaken blijven behandelen.

Slechts een gering deel van de wrakingsverzoeken wordt daadwerkelijk gehonoreerd, gemiddeld over de laatste vijf jaar tussen de twee en drie procent per jaar. In 2022 waren er 17 wrakingsverzoeken gegrond, zoals in figuur 4 en tabel 14 is te zien.

Tabel 14: Aantal wrakingsverzoeken 2022 met afdoeningswijze per rechtsgebied

StrafrechtBestuursrechtCiviel rechtTotaal
Kennelijk niet ontvankelijk13315397
Kennelijk ongegrond9243770
Ongegrond10385166354
Niet ontvankelijk213268121
Ingetrokken13162453
Berusting5049
Gegrond62917
Totaal ingediend170190361721

3.1.8 Klachten

Klachten als kwaliteitsindicator en het leereffect bij klachten

Het systeem van klachtbehandeling is een belangrijk onderdeel van kwaliteitszorg van de Rechtspraak. Het klachtensysteem is een instrument voor de Rechtspraak om feedback van de buitenwereld te krijgen. Van klachten kunnen en willen we leren. Klachten zijn geen kritiek, maar bruikbare feedback. Door van klachten te leren, kunnen werkprocessen verbeteren. Door snel telefonisch contact te zoeken met een klager voelt hij of zij zich gehoord. Zowel gegrond als ongegrond verklaarde klachten hebben bij de gerechten geleid tot de introductie van verbeteringen. De oorzaken van klachten kunnen incidenteel zijn als gevolg van een individuele menselijke fout. In die gevallen wordt dit met de betreffende medewerker besproken en gekeken hoe deze fout in de toekomst voorkomen kan worden. Klachten met een meer structureel karakter worden vaak binnen de teams besproken, zodat het hele team op de hoogte is van de situatie en herhaling voorkomen kan worden. Incidentele klachten kunnen ook wijzen op een structureel probleem, zoals onderbezetting of op werkprocessen die niet (meer) kloppen. Ook deze klachten worden breder opgepakt.

  • Klachtenregeling

    Alle rechtbanken, gerechtshoven, het CBb en de CRvB (in totaal 17 gerechten) hebben een eigen klachtenregeling. Deze regelingen zijn gebaseerd op het gezamenlijk vastgestelde landelijke model voor de klachtenregeling van de Rechtspraak, maar per gerecht kunnen er op details afwijkingen zijn. Op basis van de regeling kan iedereen die vindt dat een gerecht of Rechtspraakmedewerker hem of haar niet correct heeft behandeld, een klacht indienen.

    De uitspraak van een rechter kan geen onderwerp zijn van een klacht. Daar kan namelijk alleen een hogere rechter over oordelen. De klachtenprocedure zou anders een verkapt rechtsmiddel worden en daar is de klachtenprocedure niet voor bedoeld. Ook rechterlijke beslissingen van procedurele (procesrechtelijke) aard die de rechter tijdens of buiten een terechtzitting neemt, vallen buiten het bereik van het klachtrecht. De Raad voor de rechtspraak heeft een eigen klachtenregeling. Dit geldt ook voor de Hoge Raad en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Voor de gerechten heeft het klachtrecht een leereffect: door klachten serieus te nemen, ze zorgvuldig te behandelen en verbeteringen door te voeren, kan voorkomen worden dat de oorzaak van de klacht blijft bestaan en dat dezelfde klachten terugkeren.

  • Ingediende klachten 2022

    Ten opzichte van 2021 zagen we in 2022 een lichte afname van het aantal ingediende klachten (van 2.849 naar 2.743). Burgers staan echter nog steeds kritisch ten opzichte van de overheid. De ervaring is dat burgers minder tolerant zijn en geneigd zijn sneller een klacht in te dienen. Ook worden door dezelfde klagers over hetzelfde incident soms meerdere klachten ingediend. Klagers die meerdere klachten indienen zijn er altijd geweest. De indruk is dat deze groep van klagers hun contacten met het gerecht intensiveert. Evenals voorgaande jaren worden de meeste klachten ingediend in de categorieën rechterlijke beslissing en overige. De cijfers betreffen het totaal van de rechtbanken, gerechtshoven, CRvB en CBb.

Tabel 15: Ingediende klachten 2018-2022

Onderwerp20182019202020212022
Bejegening213277256290200
Rechterlijke beslissing779735747816765
Tijdsduur procedures338309305321324
Administratieve fout363418418568343
Overig7057777938541.111
Totaal2.3982.5162.5192.8492.743

Niet inhoudelijk behandelde klachten

Een groot deel van de klachten is niet inhoudelijk behandeld, omdat het bijvoorbeeld gaat om een rechtelijke beslissing (die niet in het kader van de klachtenprocedure kan en mag worden behandeld) of omdat een andere instantie bevoegd is.

Hoewel een klacht over een rechterlijke beslissing in beginsel niet inhoudelijk behandeld wordt, wordt wel contact opgenomen met de klager om telefonisch uitleg te geven en te informeren over eventuele alternatieve mogelijkheden (bijvoorbeeld het gebruik van rechtsmiddelen). Hetzelfde geldt voor andersoortige klachten die niet inhoudelijk zijn behandeld, waarbij de klachtenfunctionaris regelmatig toch contact opneemt met de klager om uitleg te geven. Denk bijvoorbeeld aan klachten die bestemd zijn voor andere instanties, zoals het OM of een ander gerecht. Deze klachten worden doorgaans na overleg met de bevoegde instantie doorgezonden. Klachten over bewindvoerders of curatoren worden overgedragen aan de betrokken rechter. Verder zijn het klachten die zijn opgelost door bemiddeling van de klachtenfunctionaris. Als de klager hiermee tevreden is, wordt de klacht vaak niet meer formeel aan het gerechtsbestuur voorgelegd.

Tabel 16: Inhoudelijk behandelde en de niet inhoudelijk behandelde klachten

Wijze van afdoeningAantal% van niet-inhoudelijk
behandelde klachten
% van
totaal
Niet inhoudelijk behandeld1.509100%58%
Niet bevoegd ex art. 2 klachtenregeling31221%12%
Niet ontvankelijk ex art. 2 klachtenregeling71947%28%
Buiten behandeling gelaten (ex art. 7 klachtenregeling)20814%8%
Schikking of intrekking (informele afdoening)27018%10%
Wijze van afdoeningAantal% van inhoudelijk behandelde klachten% van totaal
Inhoudelijk behandeld totaal1.104100%42%
Ongegrond50446%19%
Gegrond42538%16%
Geen oordeel12011%5%
Niet ontvankelijk555%2%
Totaal2.613100%

Tabel 17: Ontwikkeling gegronde en ongegronde klachten

ongegrond
(% van het inhoudelijk totaal)
Gegrond
(% van het inhoudelijk totaal)
202020212022groei
2022 (%)
202246%38%1011041051,6%
202148%36%1051091111,8%
202047%36%1041081101,8%
201941%33%8486893,2%
201844%45%8080811,4%

3.1.9 Mediation naast rechtspraak en mediation in strafzaken

De rol van de Rechtspraak in de samenleving blijft in ontwikkeling. De Rechtspraak zoekt steeds naar verbinding met de samenleving. Conflictdiagnose en regievoering door de rechter zijn daarbij instrumenten met als doel geschil en conflictoplossing op maat. Deze geschiloplossing kan vorm krijgen door mediation naast rechtspraak. In civiele en bestuursrechtelijke zaken is dat al langere tijd het geval. De rechter beslist, schikt óf verwijst in die zaken naar mediation. Dit kan op elk moment in de procedure. De mediator die de mediation begeleidt, is een onafhankelijke professional die aan bepaalde kwaliteitsvoorwaarden moet voldoen. Partijen beslissen zelf over de afspraken die zij met elkaar willen maken. De mediation kan naast de juridische aspecten ook ingaan op andere aspecten van een conflict.

Tabel 18: Mediations 2022

Totaal gerechtenAantal verwijzingenGestarte mediationsAfgeronde
mediations
Percentage volledige
overeenstemming
Percentage
overeenst. met schadevergoeding
(Straf)
Percentage
gedeeltelijke overeenstemming
Percentage zonder
overeenstemming
Bestuur28212462,5%0,0%4,2%33,3%
Civiel - familie en jeugd1.3241.19098243,2%0,0%11,0%45,8%
Civiel - handel17414516142,2%0,0%2,5%55,3%
Kanton66555545,5%0,0%3,6%50,9%
Straf1.43485383060,6%22,4%2,3%14,7%
Totaal3.0262.2642.05250,4%9,1%6,5%34,0%

Aantal verwijzingen naar mediation gestegen

Het aantal verwijzingen naar mediation (en ook het aantal gestarte en afgeronde mediations) is in vergelijking met 2021 weer wat gestegen. Dat aantal ligt nu voor het eerst sinds 2019 weer boven de 3.000 verwijzingen. Daarmee is het aantal verwijzingen echter nog niet op het niveau van vóór de coronamaatregelen. De belangrijkste redenen voor de lagere instroom van zaken in 2020 en 2021 waren de tijdelijke sluiting van rechtbanken en gerechtshoven (waardoor er minder zaken waren die in aanmerking kwamen voor verwijzing naar mediation), het verzoek aan de gerechten om voorlopig geen nieuwe mediations op te starten én het tijdelijk stopzetten van fysieke mediationbijeenkomsten. Ook in de eerste maanden van 2022 waren de effecten van de (toen nog geldende) coronamaatregelen nog zichtbaar in de cijfers, zij het in steeds mindere mate. Inmiddels vinden er weer fysieke bijeenkomsten plaats en wordt vaker gebruik gemaakt van online-mediation. Het is echter een gegeven dat niet elke zaak zich daarvoor leent.

3.2 Werken bij de Rechtspraak

Werken bij de Rechtspraak betekent werken in een professionele organisatie die gericht is op rechtvaardige, toegankelijke, tijdige en transparante rechtspraak en die inspeelt op maatschappelijke ontwikkelingen. Zowel onze rechterlijke ambtenaren (rechters en raadsheren) als onze gerechtsambtenaren (leidinggevenden, juridische ondersteuning, administratie en bedrijfsvoering) leveren hieraan een belangrijke bijdrage. Zij zijn het kapitaal van de organisatie en daarom investeert de Rechtspraak in haar medewerkers. Voor de Rechtspraak is het belangrijk om de juiste medewerker op het juiste moment de juiste functie te laten vervullen.

3.2.1 Samenstelling personeelsbestand

Tabel 19: Aantal medewerkers en fte's Rechtspraak 2018-2022

20182019202020212022
aantalfteaantalfteaantalfteaantalfteaantalfte
Rechterlijke ambtenaren2.4892.3032.4882.3052.5622.3722.6092.4162.6362.451
% totaal23%23%23%23%22%23%22%22%22%22%
Gerechtsambtenaren werkzaam in het primaire proces5.7385.0995.8315.1886.2685.4856.4965.7116.5255.745
% totaal52%51%53%52%54%52%54%53%53%52%
Gerechtsambtenaren werkzaam in de bedrijfsvoering*1.8671.7111.8531.7011.8991.7431.8351.6841.8991.732
% totaal17%17%17%17%16%17%15%16%16%16%
Landelijke diensten**8558018708169348761.1071.0451.1701.107
% totaal8%8%8%8%8%8%9%10%10%10%
Landelijk totaal10.9499.91411.04210.01011.66310.47612.04710.85612.23011.035
* Bedrijfsvoering bestaat o.a. uit bodes, beveiligers, facilitair, managementondersteuning, repro, etc.** De landelijke diensten zijn: de Raad voor de rechtspraak (Rvdr), het Studiecentrum rechtspleging (SSR), Informatievoorzieningsorganisatie rechtspraak (IVO) en het Landelijk dienstencentrum rechtspraak (LDCR)

Tabel 20: in- en uitstroom RA en GA in aantallen 2018-2022

20182019202020212022
InstroomUitstroomInstroomUitstroomInstroomUitstroomInstroomUitstroomInstroomUitstroom
Rechterlijke ambtenaren7286939915492159117150112
Gerechtsambtenaren1.0671.0631.1471.0381.5338951.3711.0201.4381.252
Inclusief landelijke diensten Rvdr, SSR, IVO en LDCR

Rechters en raadsheren in opleiding (r(h)io’s)

Zoals eerder vermeld, zet de Rechtspraak in op versterking van de capaciteit. Een nieuwe rechter in opleiding is echter niet direct volledig inzetbaar; hij of zij zal eerst de opleiding tot rechter of raadsheer moeten doorlopen. Onderstaande tabel geeft weer hoeveel rechters en raadsheren momenteel in opleiding zijn. Deze r(h)io’s zullen naar verwachting de komende jaren instromen.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen r(h)io’s met beperkte werkervaring (tussen minimaal twee en maximaal zes jaar werkervaring) en r(h)io’s met zes of meer jaar werkervaring. De eerste categorie volgt een opleiding van vier jaar, de laatste categorie volgt een op maat gemaakte opleiding afhankelijk van de voorervaring, variërend van minder dan een jaar tot en met drie jaar.

Tabel 21: Rechters en raadsheren in opleiding in dienst eind jaar 2018-2022

20182019202020212022
Rio's met een opleiding t/m 3 jaar124119146181202
Rio's met een opleiding van 4 jaar7473696563
aantal rio's in dienst einde jaar198192215246265

Van werk naar werk

Als gevolg van lokale reorganisaties, zoals herinrichting van een stafdienst of de bedrijfsvoering, zijn in 2022 evenveel medewerkers als van werk naar werk (VWNW)-kandidaten in- en uitgestroomd. De Rechtspraak begeleidt hen zo zorgvuldig en zo goed mogelijk en conform het VWNW-beleid naar nieuw werk binnen of buiten de Rechtspraak. Eind 2020 werd de landelijke reorganisatie digitalisering beëindigd en zijn de 58 overgebleven kandidaten uit dit traject teruggeplaatst, vertrokken of hebben een andere functie gekregen.

Tabel 22: Van werk naar werk-kandidaten 2019-2022

Voortgang VWNW kandidaten2019202020212022
Aantal op 1 januari2987295
Instroom-439
Uitstroom2266779
VWNW kandidaten einde jaar72955

3.2.2 Diversiteit

In onderstaande figuren volgen een aantal overzichten van de leeftijdsopbouw, man-vrouw verhouding en de invulling van de Participatiewet binnen de Rechtspraak. De volgende zaken vallen op over de leeftijdsopbouw, man-vrouwverhouding en invulling van de Participatiewet.

Leeftijdsopbouw en man-vrouw verhouding:

  • Net als de afgelopen jaren zijn er meer vrouwelijke (61 procent) dan mannelijke rechters (39 procent). Dit geldt voor alle functies en vrijwel alle leeftijdscategorieën. Alleen in de leeftijdscategorie vanaf 60 jaar zijn mannen iets in de meerderheid;
  • Gerechtsambtenaren zijn over het algemeen jonger dan rechterlijke ambtenaren. Ook onder gerechtsambtenaren zijn vrouwen ruimschoots oververtegenwoordigd (70 procent);
  • Bij de rechtbanken waren er in 2022 zes vrouwelijke en vijf mannelijke presidenten. Bij de gerechtshoven en bijzondere colleges zijn evenveel mannelijke als vrouwelijke presidenten (drie om drie).

Tabel 23: Man-vrouw verhouding in functies als rechterlijk ambtenaar 2018-2022

20182019202020212022
FunctiesManVrouwTotaalManVrouwTotaalManVrouwTotaalManVrouwTotaalManVrouwTotaal
President (voorzitter van bestuur)97169817971697168917
- Hof / bijzonder college516516415426336
- Rechtbank46104711561155105611
Bestuurders / team- en afdelingsvoorzitters70931637185156739116462991616395158
Raadsheer / senior raadsheer267264531257282539267284551256292548262305567
Rechter / senior rechter (a)5709761.5465749921.5665839981.5816019891.5905819941.575
Overige rechterlijke ambtenaren701632336814221081177258106196302115214329
Totaal9861.5032.4899791.5092.4881.0131.5572.5701.0341.5832.6171.0291.6172.646

3.2.3 Ziekteverzuim

In 2022 was het verzuim hoger dan in voorgaande jaren. Daarmee heeft de ontwikkeling die eind 2021 werd gesignaleerd zich in 2022 voortgezet. Eind 2021 was er al een hoger verzuimpercentage zichtbaar, dat vooral te maken had met een toename van het middellange verzuim. Dit was ook in 2022 het geval in combinatie met een toename van het kort verzuim. De toename van het verzuimpercentage heeft voornamelijk een relatie met de groei van psychische klachten, de personeelssamenstelling van de organisatie en uitgestelde zorg.

Deze groei van het verzuim heeft de aandacht binnen de Rechtspraak. Er zal daarom via diverse projecten worden gezorgd voor een betere werkverdeling, goede werkprocessen, versterken van leiderschap en een gezonde werkomgeving. Daarbij zijn ook de versterking van de feedbackcultuur van belang en professionele standaarden voor gerechtsjuristen. Dit alles zal de komende tijd moeten leiden tot een reductie van ziekteverzuim.

Tabel 24: Arbeidsverzuim 2018-2022

20182019202020212022
FunctiesManVrouwTotaalManVrouwTotaalManVrouwTotaalManVrouwTotaalManVrouwTotaal
Gerechten4,3%6,2%5,5%4,3%6,2%5,5%4,5%6,0%5,5%4,4%5,8%5,3%5,0%6,9%6,3%
Landelijke diensten3,4%6,4%4,6%2,9%5,5%4,0%3,0%4,5%3,6%3,5%5,4%4,3%3,5%7,3%5,2%
Landelijk4,2%6,2%5,5%4,1%6,2%5,4%4,2%5,9%5,3%4,2%5,7%5,2%4,8%7,0%6,2%
Bij de gerechten gaat het om de rechterlijk ambtenaren (RA) en de gerechtsambtenaren (GA).Bij de landelijke diensten gaat het om het personeel bij de Rvdr, SSR, IVO en LDCR.

3.2.4 Integriteit

Integriteit is een van de kernwaarden van de Rechtspraak. De Rechtspraak neemt dit serieus en heeft in 2022 onderstaande disciplinaire maatregelen moeten nemen.

De grondslag voor de maatregelen die zijn genomen ligt voor rechterlijk ambtenaren in wet- en regelgeving en voor gerechtsambtenaren in wet- en regelgeving en tevens in de CAO Rijk.

Tabel 25: Disciplinaire maatregelen 2018-2022

Disciplinaire maatregelen20182019202020212022
Disciplinaire maatregel rechters en raadsheren waarvan:132--
Schriftelijke berisping in verband met de verwaarlozing van de waardigheid van het ambt, ambtsbezigheden of ambtsplichten12---
Ontslag op eigen verzoek, al dan niet op aandringen van het bestuur, ivm een gecombineerde integriteitskwestie in de werk- en privésfeer-12--
Disciplinaire maatregel rechters- en raadsheren plaatsvervangers waarvan:2111-
Schriftelijke berisping in verband met de verwaarlozing van de waardigheid van het ambt, ambtsbezigheden of ambtsplichten1-01
Ontslag op eigen verzoek, al dan niet op aandringen van het bestuur, in verband met een werkgerelateerde integriteitskwestie110--
Ontslag na handelen of nalaten waardoor ernstig nadeel is toegebracht aan
de goede gang van zaken bij de rechtspraak of het in haar te stellen vertrouwen
--1--
Disciplinaire maatregel rechters- en raadsheren in opleiding waarvan:-----
Schriftelijke berisping in verband met de verwaarlozing van de waardigheid van het ambt, ambtsbezigheden of ambtsplichten-----
Disciplinaire maatregel gerechtsambtenaren waarvan:172317813
Voorwaardelijke schriftelijke berisping-----
Schriftelijke berisping515848
Overplaatsing111-1
Schorsing met inhouding van bezoldiging20---
Schorsing-1---
Voorwaardelijk strafontslag12---
Beëindiging dienstverband42844
Financiële afdoening42---

3.2.5 Bezoldiging bestuurders

De Raad voor de rechtspraak kiest voor transparantie ten aanzien van de bezoldiging van bestuurders door middel van het hieronder opgenomen overzicht. De bezoldiging is gebaseerd op de bezoldigingsbegrippen van de Wet normering topinkomens (WNT). Als bestuurders zijn gedefinieerd: de leden van de Raad voor de rechtspraak, de leden van de gerechtsbesturen, de voorzitter van het College van Bestuur SSR, de directeuren van de landelijke diensten (IVO en het LDCR) en de directeur van het bureau van de Raad voor de rechtspraak. Het beleid van de Raad is om geen bezoldigingen boven de algemene wettelijke WNT-norm toe te kennen (2022: 216.000 euro).

Tabel 26: Wet normering topinkomens

Naam orgaan of instelling waar functie wordt bekleedFunctie(s)NaamBeloningBelastbare vaste en variabele onkosten- vergoedingWerkgevers- deel van voor- zieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op
termijn
BezoldigingDatum aanvang dienstver- band in het boekjaarDatum einde dienstver- band in het boekjaarOmvang dienst- verbandDienstbetrekkingPersoonlijke normOntslag- vergoeding
Raad voor de rechtspraakVoorzittermr. H. Naves180.810-23.873204.68301-01-202231-12-20221,06ja216.000n.v.t.
Raad voor de rechtspraakLidmr. A.A.E. Dorsman168.651-23.468192.12001-01-202231-12-20221,06ja216.000n.v.t.
Raad voor de rechtspraakLidmr. H. Velt161.2674023.304184.61101-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Raad voor de rechtspraakLiddrs. P. Arnoldus161.267-23.304184.57101-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Raad voor de rechtspraak / Rechtbank LimburgLid / Voorzittermr. P.W.E.C. Pulles152.510-23.523176.03301-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
College van Beroep voor het bedrijfslevenVoorzittermr.drs. T.G.M. Simons182.54312123.904206.56801-01-202231-12-20221,11ja216.000n.v.t.
College van Beroep voor het bedrijfslevenRechterlijk lidmr. R.W.L. Koopmans166.61240023.540190.55201-01-202231-12-20221,11ja216.000n.v.t.
College van Beroep voor het bedrijfsleven / Gerechtshof Den HaagNiet-rechterlijk lidH.J. van der Brugge MBA MCC89.06279316.392106.24701-01-202230-09-20221,00ja160.964n.v.t.
Centrale Raad van BeroepVoorzittermr. T. Avedissian177.866-23.769201.63501-01-202231-12-20221,11ja216.000n.v.t.
Centrale Raad van BeroepRechterlijk lidmr.drs. J.C. Boeree146.985-22.752169.73601-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Centrale Raad van BeroepNiet-rechterlijk liddrs.ir. C. Verweij100.053-17.915117.96701-02-202231-12-20220,89ja175.693n.v.t.
Gerechtshof AmsterdamVoorzittermr. E. de Greeve162.842-23.294186.13701-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Gerechtshof AmsterdamRechterlijk lidmr. W.F. Groos144.357-23.103167.46001-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Gerechtshof AmsterdamNiet-rechterlijk lidmr.drs. I. van de Velde106.5847419.463126.12101-01-202231-12-20220,89ja192.000n.v.t.
Gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
Voorzittermr. Z.J. Oosting160.0776823.564183.70901-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
Rechterlijk lidmr. E. Bongers146.5621.86722.752171.18101-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Gerechtshof Den HaagVoorzittermr. M.W. Koek153.316-23.189176.50501-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Gerechtshof Den HaagRechterlijk lidmr.dr. V. Mul146.342-22.752169.09401-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Gerechtshof 's-HertogenboschVoorzittermr. G. Tangenberg168.77511423.479192.36901-01-202231-12-20221,06ja216.000n.v.t.
Gerechtshof 's-HertogenboschRechterlijk lidmr. E.A.M. Scheij130.801-20.246151.04701-02-202231-12-20220,99ja195.203n.v.t.
Gerechtshof 's-HertogenboschNiet-rechterlijk liddr. P.M.L.O. Scholte MPA121.5188021.998143.59501-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank AmsterdamVoorzittermr. C.M. Wiertz - Wezenbeek160.079-23.189183.26901-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank AmsterdamRechterlijk lidmr.drs. S.F. van Merwijk159.4912123.223182.73401-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank AmsterdamNiet-rechterlijk lidH.C.J. Janssen RA29.409-4.24233.65101-01-202231-03-20221,00ja39.970n.v.t.
Rechtbank AmsterdamNiet-rechterlijk liddrs. E.J.H.S. Flipse MPA106.410-16.950123.36101-04-202231-12-20221,06ja162.740n.v.t.
Rechtbank Den HaagVoorzittermr. R.G. de Lange - Tegelaar160.582-23.189183.77101-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank Den HaagRechterlijk lidmr. J. Visser159.991-23.424183.41501-01-202231-12-20221,06ja216.000n.v.t.
Rechtbank Den HaagNiet-rechterlijk lidmr. M.V. Baas - van Vloten140.874722.400163.28101-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank LimburgVoorzittermr. M.M. Bijker-Veen153.841-23.008176.85001-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank LimburgRechterlijk lidmr. F. Machiels154.89814323.018178.05901-01-202231-12-20221,11ja216.000n.v.t.
Rechtbank LimburgNiet-rechterlijk lidJ.J.P.M. Gilissen84.941-14.66499.60501-01-202230-09-20220,89ja143.605n.v.t.
Rechtbank LimburgNiet-rechterlijk lidmr.drs. R.J.A.
Lichtenberg
28.872-5.11033.98201-10-202231-12-20221,00ja53.852n.v.t.
Rechtbank Midden-NederlandVoorzittermr. P.E.M. Messer - Dinnissen153.89910023.008177.00801-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank Midden-NederlandRechterlijk lidmr. G.F.H. Lycklama à Nijeholt92.646-14.926107.57301-01-202231-08-20221,00ja143.211n.v.t.
Rechtbank Midden-NederlandNiet-rechterlijk liddrs. I.C. Tijsseling122.567-21.996144.56401-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank Noord-HollandVoorzittermr.drs. J.W. Moors153.841-22.922176.76301-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank Noord-HollandRechterlijk lidmr. A.C. Schroten78.919-13.20392.12201-06-202231-12-20221,00ja126.049n.v.t.
Rechtbank Noord-HollandNiet-rechterlijk lidmr.drs. T.P. Voskuil134.426-22.261156.68701-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank Noord-NederlandVoorzittermr. A.R. van der Winkel MPM177.23723823.753201.22801-01-202231-12-20221,11ja216.000n.v.t.
Rechtbank Noord-NederlandRechterlijk lidmr. A.P. Ploeger150.20026023.524173.98401-01-202231-12-20221,11ja216.000n.v.t.
Rechtbank Noord-NederlandNiet-rechterlijk lidmr. M.P. de Wilde130.5513022.622153.20201-01-202231-12-20221,06ja216.000n.v.t.
Rechtbank Oost-BrabantVoorzittermr. S. Sicking-Sluis153.795-23.002176.79701-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank Oost-BrabantRechterlijk lidmr. A.M. Verhoef139.80013422.513162.44701-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank Oost-BrabantNiet-rechterlijk liddr.ir. R.E. Grift124.877-22.059146.93501-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank GelderlandVoorzittermr. R.C.C. van Leest168.79657123.482192.85001-01-202231-12-20221,11ja216.000n.v.t.
Rechtbank GelderlandRechterlijk lidmr. S.H. Bokx-Boom139.067-22.513161.58001-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank GelderlandNiet-rechterlijk liddrs. E. Jonasse138.966-22.547161.51201-01-202231-12-20221,11ja216.000n.v.t.
Rechtbank OverijsselVoorzittermr. H.J.H. van Meegen154.628-23.008177.63601-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank OverijsselRechterlijk lidmr. W.P.M. Elderman143.037-22.620165.65701-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank OverijsselNiet-rechterlijk liddrs. M.F. van de Streek125.155-22.104147.25901-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank RotterdamVoorzittermr. J. Mendlik159.782-23.189182.97201-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Rechtbank RotterdamRechterlijk lidmr.J.J. Willemsen155.150-23.017178.16801-01-202231-12-20221,06ja216.000n.v.t.
Rechtbank RotterdamNiet-rechterlijk liddrs. P. de Boer119.506-19.628139.13415-02-202231-12-20221,11ja189.370n.v.t.
Rechtbank
Zeeland-West-Brabant
Voorzittermr. J.B. van den Beld160.3987223.197183.66601-01-202231-12-20221,06ja216.000n.v.t.
Rechtbank
Zeeland-West-Brabant
Rechterlijk lidmr. T van de Poll147.566-22.765170.33201-01-202231-12-20221,06ja216.000n.v.t.
Rechtbank
Zeeland-West-Brabant
Niet-rechterlijk liddrs. W. Wijbrands122.5677721.996144.64101-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
Bureau Raad voor de rechtspraakDirecteurdrs. O.F.J. Welling140.7683.58222.367166.71801-01-202231-12-20221,00ja216.000n.v.t.
LDCRDirecteurmr. L. van der Zwaard139.7783.58222.547165.90801-01-202231-12-20221,11ja216.000n.v.t.
IVODirecteur/CIOmr. drs. J.W. Duijzer158.164-23.052181.21601-01-202231-12-20221,11ja216.000n.v.t.

3.3 Bedrijfsvoering

3.3.1 Ontwikkeling in financieel perspectief

  • 2022 was het laatste jaar van de prijsperiode 2020-2022. Deze periode werd gekenschetst door de nieuwe bekostigingssystematiek en de coronacrisis. Het feit dat de crisis samenviel met vrijwel de gehele prijsperiode waarin de nieuwe systematiek voor het eerst gold, maakt het lastig om in te schatten wat het effect van de nieuwe systematiek in de praktijk is geweest. Immers, corona en de maatregelen daartegen grepen diep in op de gehele samenleving, inclusief de Rechtspraak, waarbij ook de financiën werden geraakt. Zo moesten onvoorziene extra investeringen worden gedaan in bijvoorbeeld digitalisering en thuiswerken en had de crisis grote invloed op het aanbod en afdoen van zaken.

    De totale bijdrage in 2022 was bijna 1,25 miljard euro. Dit was ongeveer 17 euro miljoen lager dan begroot, vooral omdat in 2022 minder zaken zijn afgedaan dan geraamd (zie ook paragraaf 6.1.1). Het achterblijven van productie bij de afspraak in 2022 is grotendeels het gevolg van het achterblijven van de instroom ten opzichte van de verwachtingen, de coronamaatregelen in het begin van 2022 en een hoog ziekteverzuim. Op basis van de gerealiseerde productieaantallen, de productieafspraken, de geldende prijzen inclusief loon- prijsbijstelling 2022 en het overeengekomen afrekenpercentage van 70 procent zou de Rechtspraak een totaalsaldo meer- en minderwerk van 63,7 miljoen euro moeten storten in de egalisatiereserve. Hierdoor zou een negatief resultaat worden behaald van ongeveer 44,4 miljoen euro, met als gevolg een negatief eigen vermogen van dezelfde omvang, omdat het eigen vermogen bij de start van 2022 nihil was. Daarom is tussen de minister voor Rechtsbescherming en de Raad voor de rechtspraak afgesproken dat bovenop de eerdere afspraak rondom strafzaken (zie onder), op basis van artikel 21 van het Besluit financiering rechtspraak 2005 (Bfr 2005) de zogenoemde hardheidsclausule van toepassing wordt verklaard. Dit betekent dat een deel van het meer- en minderwerk niet behoeft te worden afgerekend.

    De Rechtspraak is met haar partners in de keten overeengekomen in het strafrecht een alternatieve werkwijze te hanteren die kortgezegd inhoudt dat het OM meer zaken zelf afdoet en dat de Rechtspraak meer zaken enkelvoudig in plaats van meervoudig behandelt. Dit betekent dat de relatief eenvoudige zaken niet meer instromen in hun respectievelijke categorieën. Het gevolg daarvan is weer dat de gemiddelde zaakzwaarte, en daarmee de gemiddelde werklast per zaak en prijs, is gestegen. Omdat de prijzen gedurende de prijsperiode niet beleidsmatig verhoogd worden, is besloten om dit te financieren door een hogere productieafspraak te maken voor de productgroep straf, zowel in eerste als tweede aanleg, in samenhang met een hardheidsclausule. Over 2022 worden de productgroepen ‘gerechtshoven straf’en ‘rechtbanken straf’ dus niet afgerekend. Dit gaat om een bedrag van in totaal 18,7 miljoen euro.

    De instroom bleef bij de meeste productgroepen achter bij de ramingen. De productie lag weliswaar onder de afspraak, maar was vaak hoger dan de instroom en/of is een deel van de (werk)voorraden afgebouwd. De combinatie van deze twee factoren rechtvaardigt een beroep op de hardheidsclausule van ongeveer 25 miljoen euro. Ook dit bedrag wordt niet afgerekend.

    In totaal wordt dus voor een bedrag van 43,7 miljoen euro een beroep gedaan op de hardheidsclausule en wordt derhalve niet afgerekend en niet gestort in de egalisatiereserve.

    De overige productgroepen worden wel afgerekend omdat bovenstaande situatie zich niet voordoet of zelfs meer is geproduceerd dan de afspraak. Een bedrag van per saldo 20 miljoen euro wordt wel afgerekend en wordt gestort in de egalisatiereserve.

    De kosten vielen ten opzichte van de begroting ongeveer 40 miljoen euro mee. Dit is deels te verklaren door de incidentele verrekening van rond de 16 miljoen euro als gevolg van de verkoop van het oude pand en de bijbehorende grond van de rechtbank Amsterdam. De verkoopprijs lag bijna 16 miljoen euro hoger dan de waardering zoals opgenomen op de balans van het Rijksvastgoedbedrijf. Volgens de regels binnen het huidige rijksbrede huisvestingsstelsel slaat dit neer bij de hoofdgebruiker, in dit geval dus bij de Rechtspraak. Voor het overige ligt de verklaring in per saldo lagere kosten voor de ondersteuning (overhead) bij de gerechten dan begroot en lagere personeelskosten in het primair proces dan begroot. Dit lijkt vooral te maken te hebben met de krapte op de arbeidsmarkt en het relatief lage aantal rechters en raadsheren.

    Na verwerking van de overeengekomen hardheidsclausule(s) als hierboven beschreven, heeft de Rechtspraak in 2022 een negatief resultaat behaald van 0,7 miljoen euro. Het verschil tussen het begrote resultaat en het gerealiseerde resultaat komt voort uit de samenloop van de hierboven beschreven meegevallen kosten, een lager dan begrote bijdrage en overeengekomen hardheidsclausules.

    Aangezien Bfr 2005 artikel 17, lid 6 stelt dat een negatief eigen vermogen door de minister wordt aangezuiverd, is het behaalde resultaat van minus 0,7 miljoen euro als vordering op het ministerie van JenV opgenomen in de cijfers.

    Het eigen vermogen kent eind 2022 een stand van nul. De egalisatiereserve staat inclusief de hierboven opgenomen afrekening op een stand van 20,4 miljoen euro.

3.3.2 Verwachtingen

  • In 2022 is een nieuw prijsakkoord overeengekomen met de minister voor Rechtsbescherming voor de prijsperiode 2023-2025. Dit akkoord is met het parlement gedeeld. Voor de volledige inhoud van het akkoord wordt verwezen naar de Kamerstukken 36200-VI, nr. 5.

    Samengevat krijgt de Rechtspraak structureel een oplopend bedrag van ruim 155 miljoen euro meer te besteden. Dit geld is onder meer bedoeld voor extra rechters, investeringen in digitalisering en innovatie, en de behandeling van rechtszaken met betrekking tot ondermijnende criminaliteit. Ook komt geld beschikbaar voor initiatieven op het gebied van kwaliteitsverbetering, waardoor rechtspraak maatschappelijk effectiever wordt en rechters meer ruimte krijgen om te reflecteren op hun werk. Daarnaast is extra geld beschikbaar voor de bedrijfsvoering en zijn zoals gebruikelijk gelden toegevoegd ter compensatie van extra werklast door de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. De structurele extra middelen dragen bij aan een meer stabiele en robuuste begroting van de Rechtspraak en geeft de Rechtspraak een bredere financiële basis. De bekostigingssystematiek, waarbij de Rechtspraak voor een deel wordt bekostigd op basis van een variabele bijdrage en voor een deel via een vaste bijdrage, wordt gecontinueerd. Naast afspraken over extra middelen zijn ook aanvullende afspraken gemaakt over de financiering van alternatieve werkwijze in het strafrecht (zie ook hierboven), de bekostiging van rechters en raadsheren in opleiding en kosten van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering.

    Zoals de afgelopen coronajaren in de praktijk hebben laten zien, is de Rechtspraak financieel voor een belangrijk deel afhankelijk van de aantallen afgedane zaken. Periodes van lage instroom en/of lage productie hebben direct invloed op de hoogte van de bijdrage, terwijl de kosten in de meeste gevallen niet direct zijn terug te brengen. Ook na de coronacrisis is dit niet anders. Ongeveer 60 procent van de totale bijdrage is variabel en gebaseerd op aantallen zaken maal een prijs. Sterke afwijkingen tussen ramingen van aantallen en daadwerkelijke instroom en productie zullen ook in de toekomst voor meer- of minderwerk zorgen. Wel is de verwachting dat in het algemeen afwijkingen kleiner zullen zijn, aangezien de ramingsmodellen in stabielere tijden betere voorspellingen afgeven dan gedurende (acute) crisissituaties. Daarnaast bestaat het risico dat de productie negatief wordt beïnvloed door het huidige lage aantal rechters en raadsheren, plus het feit dat relatief veel rechters en raadsheren in opleiding zijn.

    Ten aanzien van de vaste bijdrage is de inschatting dat met toevoeging van middelen voor digitalisering en bedrijfsvoering naar huidige inzichten de grootste noden verlicht zijn. Dit neemt niet weg dat er op bepaalde gebieden ambities blijven bestaan die niet vanzelf op financiële dekking kunnen rekenen. Zo zijn in het prijsakkoord bijvoorbeeld geen directe extra middelen beschikbaar gekomen voor verduurzaming van de (gerechts)gebouwen. Verder ondervindt de Rechtspraak net als andere organisaties de gevolgen van de huidige geopolitieke situatie op de economie en financiën. Zo is nog steeds sprake van hoge prijzen en daarmee samenhangende hoge inflatiecijfers. De bijdrage aan de Rechtspraak wordt automatisch via een rijksbreed geldende systematiek gecompenseerd voor prijs- en loonstijgingen. Daarom hebben deze stijgingen geen of slechts geringe invloed op het financiële resultaat van de Rechtspraak.

    De minister en de Raad voor de rechtspraak zullen bij een dreigend tekort dat resulteert in een negatief eigen vermogen overeenkomstig Bfr 2005 overleggen hoe dit te mitigeren. Derhalve is de continuïteit van de Rechtspraak gewaarborgd.

3.3.3 Datalekken

De Rechtspraak kent op het terrein van privacy twee toezichthouders: de Autoriteit Persoonsgegevens (bedrijfsvoering) en de procureur-generaal bij de Hoge Raad (rechterlijk domein). Meer dan de helft van alle datalekken is gerelateerd aan adresseringsfouten (bijvoorbeeld: een persoon woont niet meer op het betreffende adres).

Tabel 27: Aantal datalekken in 2022 t.o.v. 2021

20212022
Gemeld bij Autoriteit Persoonsgegevens154
Gemeld bij PG Hoge Raad196172
Gemeld bij beide07

3.3.4 Wet open overheid

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden. Bij de Rechtspraak vallen de Raad voor de rechtspraak en haar landelijke diensten en het College van afgevaardigden onder de werking van de Woo.

In 2022 (mei 2022 t/m dec 2022) hebben 26 verschillende verzoekers 38 Woo-verzoeken ingediend:

  • 18 besluiten zijn binnen de termijn van vier+twee weken afgehandeld;
  • Negen besluiten buiten de termijn van vier+twee weken;
  • Twee lopen nog en worden afgehandeld in deelbesluiten;
  • Negen verzoeken zijn afgehandeld zonder besluit. Dit betreft Woo-verzoeken die zijn ingetrokken of doorverwezen, bij nader inzien toch een burgervraag of reeds openbare informatie betroffen of een andere reden waarom het verzoek formeel dan wel informeel zonder besluit afgehandeld is.
  • Aantal bezwaren in behandeling op 31 december 2022: drie
  • Aantal gegronde beroepen niet tijdig beslissen: één
  • Verbeurde dwangsommen: geen

3.3.5 Risico’s en beheersmaatregelen

3.3.6 Kostenspecificatie, productgroepprijs en minutentarieven

Naast de weergave van de financiële gegevens van de Rechtspraak in 2022 in de jaarrekening, valt ook een kostenspecificatie te geven, waarbij de kosten worden opgesplitst naar kosten ten behoeve van gerechten voor het primaire proces, de overhead en huisvestingsgerelateerde kosten en de overige uitgaven. Daarnaast wordt gespecificeerd wat de vaste kosten zijn geweest voor IT, huisvesting en opleidingen e.d. De primaire proceskosten kunnen door vergelijking met aantallen afgehandelde zaken, worden omgerekend naar zogeheten gerealiseerde productgroepprijzen en minutentarieven. De minutentarieven worden opgesplitst in tarieven voor rechterlijke ambtenaren en juridische ondersteuners.

Nagenoeg alle gerealiseerde productgroepprijzen lagen in 2022 boven de afgesproken prijzen. De instroom was in de meeste rechtsgebieden (veel) lager dan geraamd. Ook hadden de coronamaatregelen in het begin van 2022 en een hoog ziekteverzuim over het gehele jaar invloed op de productie. Dit leidde uiteindelijk tot een grote hoeveelheid minderwerk en tot hogere kosten per zaak.

Tabel 28: Kostenspecificatie 2022

(bedragen x 1.000)
Gerealiseerde productiegerelateerde kosten647.684
Gerealiseerde specifieke uitgaven gerechten192.262
Gerechtskosten2.743
Gerealiseerde centrale kosten302.946
Huisvestingskosten gerechten92.067
ICT145.276
Opleidingen16.356
LDCR14.236
Bureau Raad17.176
Overig17.835
Overige kosten50.961
Megazaken28.030
Bijzondere kamers13.249
CBb9.682
Niet-Bfr 2005 taken17.419
Tuchtrecht3.987
Commissies van Toezicht5.919
Niet-wettelijke taken7.513
Kosten ten laste van bijdragen derden (niet Bijzondere kamers of Tuchtrecht)34.084

Tabel 29: Gerealiseerde productgroepprijs versus afgesproken prijs 2022

GerealiseerdAfgesprokenVerschil20222021
Rechtbanken
Handel1.583,431.036,41-547,02-52,78%-40,13%
Familie488,06417,25-70,81-16,97%-11,11%
Bestuur (excl. vreemde- lingenkamer)1.509,731.437,84-71,89-5,00%-11,26%
Strafrecht936,33816,93-119,39-14,61%-3,63%
Kanton122,49116,51-5,98-5,13%-4,44%
Bestuur vreemdelingen- kamer1.100,84870,43-230,41-26,47%-16,47%
Belasting700,39711,4711,081,56%19,15%
Gerechtshoven
Civiel5.203,853.922,98-1.280,88-32,65%-26,49%
Familie3.385,913.141,82-244,09-7,77%0,36%
Straf1.937,541.392,24-545,30-39,17%-26,05%
Belasting1.588,262.654,001.065,7440,16%22,96%
Bijzondere colleges
Centrale Raad van Beroep3.840,312.880,83-959,49-33,31%-21,48%

Tabel 30: Gerealiseerde minutentarieven 2022

minutentarief (euro)minutentarief (euro)
RAJO
Rechtbanken
Handel1,712,43
Familie1,732,09
Bestuur (excl. vreemdelingenkamer)1,591,60
Strafrecht1,941,92
Kanton1,702,94
Bestuur vreemdelingenkamer1,991,55
Belasting1,581,49
Gerechtshoven
Handel1,862,51
Familie1,621,84
Straf2,302,33
Belasting1,191,26
Bijzondere colleges
Centrale Raad van Beroep3,191,08

3.3.7 Jaarrekening 2022

3.3.8 Open data

Een deel van onze data is beschikbaar in ons open dataportaal op rechtspraak.nl. Daarbij gaat het om open datasets met gegevens over de instroom en uitstroom van rechtszaken per rechtsgebied en het aantal medewerkers per gerecht, bijzonder college of landelijke dienst.